De janplezier is een authentieke koets uit 1861. Gebouwd door D.J. Wijnand van Gulik uit Zutphen. Deze koets is geschikt voor 14-16 volwassen personen en wordt getrokken door twee paarden. De zijkanten kunnen bij mooi weer open.
Al sinds de 19e eeuw is de janplezier een rijtuig voor toeristische uitstapjes. Ook onze janplezier is geschikt voor rondritten en bedrijfsfeesten. Op hoogtijdagen kan de janplezier als volgkoets worden ingezet.
Daar hoort bij dat de koetsiers in volle uitrusting gaan, dus met hoofddeksel, handschoenen, kostuum en zweep.
De Janplezier, een stukje geschiedenis
Een janplezier is eigenlijk de voorloper van de tegenwoordige touringcar. Net zoals de paardentram in de 19e eeuw de voorloper was van de elektrische tram en de omnibus dat was van de stadsbus.
In de 19e eeuw, maar ook in de voor- en naoorlogse jaren was de janplezier een zeer populair open rijtuig, dat gebruikt werd voor toeristische uitstapjes. Denk maar aan het beroemde lied `In een rijtuigje` uit Ja zuster Nee Zuster, dat de sfeer van die tijd leuk weergeeft.
Vakanties waren zeldzaam, er werd gelogeerd bij familie en een heus uitstapje was een dagje naar een uitspanning, naar zee of een tour door een mooi gebied buiten de stad, liefst met een echte janplezier. Doorgaans werd de janplezier, geschikt voor acht tot tien personen, voortgetrokken door twee paarden. In een grote janplezier, voortgetrokken met een vierspan, konden zestien passagiers mee.
In de jaren 1830 werd in Frankrijk een open wagen gebouwd, de char-à-bancs. Deze werd vooral ingezet als huurrijtuig voor zomerse uitstapjes naar buiten de stad. Het type werd in Engeland geïntroduceerd doordat koning Louis-Philippe er een meenam voor koningin Victoria.
Tussen 1830 en 1930 werden vele variaties op de char-à-bancs gebouwd, zoals de wagonette en de janplezier. Bij de meeste zaten de passagiers op twee lange houten banken die in de lengterichting waren geplaatst. De ingang was dan aan de achterkant. Maar er waren ook types met drie dwarse banken en een personeelsbankje achterin. De instap was dan opzij. Soms kon de wagen worden voorzien van een los winterdak.
©Villa Logos 2013